VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Rechtsbijstandsverzekeraars en advocaten koersen af op nieuw Sneller-arrest

Geplaatst op: 23-06-2020, 13:50:43

De huidige toepassing van vrije advocaatkeuze in rechtsbijstandsverzekeringen staat op het punt om herijkt te worden. Hoewel de rechtsbijstandsverzekeraars vurig het tegendeel beweren, menen experts dat een recente uitspraak van het Hof van Justitie wel degelijk op de Nederlandse situatie van toepassing is. Dat betekent dat het recht op een zelfgekozen advocaat veel eerder aan de orde komt. Maar voor het zover is, zal er ongetwijfeld eerst geprocedeerd moeten worden.

Wat is er aan de hand? In het kort: het Europese Hof van Justitie deed in mei uitspraak in een zaak die aanhangig was gemaakt door de Belgische orde van advocaten. In de overwegingen stelden de rechters dat elke fase die kan leiden tot een procedure bij een gerechtelijke instantie, onder het begrip ‘gerechtelijke procedure’ dient te vallen. Dus ook de voorbereidingsfase.

Wel of niet relevant voor Nederland

In Nederland kan een rechtzoekende met een rechtsbijstandsverzekering doorgaans pas een beroep doen op de vrije advocaatkeuze vanaf het moment dat hij in een gerechtelijke of administratieve procedure betrokken wordt. Deze uitspraak haalt dat moment een stuk naar voren in het proces. De verzekeraars menen dat de uitspraak alleen van toepassing is op de Belgische situatie en daardoor niet relevant voor Nederland.

Verzekeraars en advocaten roepen dat de toegang tot het recht op het spel staat, maar het gaat natuurlijk vooral om de financiële belangen

Europese uitspraak per definitie met gevolgen

Emeritus hoogleraar Sociale rechtshulp aan de UvA Mies Westerveld denkt daar anders over. Ze vindt dat verzekeraars te gemakkelijk over de uitspraak heen stappen door het strikt op België te betrekken. Het Hof van Justitie slaat de piketpalen voor alle EU-lidstaten, dat heeft volgens Westerveld per definitie consequenties voor Nederland.

Anderzijds vindt ze dat verzekeraars niet teveel in paniek moeten raken. Het zijn volgens haar de advocaten geweest die de term ‘vrije advocaatkeuze’ hebben gemunt. Maar het is aan de verzekeraars om te benadrukken dat de keuze elke soort gecertificeerde rechtsbijstandsverlener behelst. In sommige gevallen is het strategisch onverstandig om meteen met advocaten aan te komen.

Aloude tegenstelling tussen advocatuur en verzekeraars

Westerveld ziet in de Belgische zaak de klassieke botsing tussen verzekeraars en advocaten. “Het is typerend dat de zaak in België niet is aangezocht door een verzekerde, maar door de orde van advocaten. Zowel de verzekeraars als de advocaten roepen dat de toegang tot het recht op het spel staat, maar het gaat natuurlijk vooral om de financiële belangen”, zegt Westerveld.

Ook advocaat Bo Holthinrichs (Zaan Advocaten) verwacht dat de uitspraak vergaande implicaties krijgt voor de Nederlandse praktijk. Holthinrichs promoveerde twee jaar geleden op een onderzoek naar de achtergrond van het recht op vrije advocaatkeuze. Dat de zaak vooral de Belgische praktijk raakt, klopt. “Maar tegelijkertijd moet je concluderen dat het Hof vrij algemene bewoordingen gebruikt. Het Hof legt de koppeling met het belang van rechtsbescherming van verzekerden in het kader van een gerechtelijke procedure. In dat licht denk ik dat de uitspraak een grotere reikwijdte heeft”, zegt Holthinrichs.

DAS wijst al verzoeken af

Advocaten wachten niet af tot er meer duidelijkheid is over de uitspraak. Verschillende kantoren wijzen consumenten al op hun uitgebreidere recht om zelf externe bijstand te zoeken. Advocaat Diederik Briedé (Briedé & Cassese) deelde op LinkedIn alvast een afwijzing die zijn cliënt ontving van rechtsbijstandverzekeraar DAS.

DAS schrijft: “In de procedure bij het Hof van Justitie van de EU was een wettelijk geregelde bemiddelingsprocedure die nauw verbonden is met een gerechtelijke procedure aan de orde. In uw zaak is zo’n procedure of een andere gerechtelijke of administratieve procedure niet aan de orde. Uw verzoek om vergoeding van kosten van uw advocaat kan ik daarom niet inwilligen.”

Volgens Briedé laat DAS haar verzekerden vooralsnog in de kou staan. “Wordt ongetwijfeld vervolgd”, aldus de advocaat.

Belgische bemiddelingsfase lijkt op Nederlandse arbitrageprocedure

In hun bestrijding van de toepasselijkheid van de uitspraak wijzen de verzekeraars erop dat er in België een wettelijk omkaderde bemiddelingsfase is. Daar zouden de rechters specifiek op gedoeld hebben, en juist die fase bestaat in Nederland niet. Volgens Holthinrichs is dat geen steekhoudend argument.

“Je kunt de vergelijking maken met de Nederlandse arbitrageprocedure. De uitkomst wordt in een arbitraal vonnis gegoten, dat pas ten uitvoer kan worden gelegd na bekrachtiging via de burgerlijke rechter. Zowel bij een bemiddelingsakkoord als een arbitraal vonnis is de rol van de rechter bij de bekrachtiging slechts beperkt. De positie van verzekerde is qua behoefte aan rechtsbescherming hetzelfde”, stelt Holthinrichs.

Westerveld voegt daaraan toe dat er in Nederland ook andere vergelijkbare alternatieven voor rechtspraak zijn, zoals het bindend advies of mediation. Ook bij die vormen kunnen mensen behoefte hebben aan bijstand door een rechtshulpverlener van hun eigen keuze.

Wachten op bekrachtiging niet nodig

Een uitspraak van het Hof van Justitie is wat betreft het geldingsmoment in principe niet beperkt. De uitleg die het hof geeft, wordt geacht altijd al te hebben gegolden. Veel advocaten wijzen op hun website consumenten er dus nu al op dat ze van meet af aan recht hebben op een eigen advocaat. Het is dus een kwestie van tijd voordat het eerste geschil ontstaat tussen een verzekerde en zijn rechtsbijstandsverzekeraar.

Eindstation onbekend

Qua gevolgen lijkt een herhaling van het Sneller-arrest uit 2013 onafwendbaar. Holthinrichs en Westerveld zijn ervan overtuigd dat het daar op afstevent. Met het oog op de wetshistorie verbaast dat Holthinrichs niet. “Vrije advocaatkeuze had voorheen een duidelijk verband met mogelijke belangenconflicten. Dat standpunt is wel verlaten en zorgt er nu voor dat je afbakeningsvragen krijgt. Het zijn de na-ijleffecten waarvan we ons moeten afvragen: wat is het eindpunt?”

De Nederlandse Orde van Advocaten is ook gevraagd om te reageren op de uitspraak. Zij laten schriftelijk weten: “Het recht op een vrije-advocaat keuze is essentieel. Met deze uitspraak geeft het hof meer duidelijkheid wat moet worden verstaan onder ‘gerechtelijke procedure’ en dat de dit begrip dus niet anders moet worden uitgelegd als het begrip ‘administratieve procedure’ uit de richtlijn.”

Eerste publicatie door Bart van de Laak op 23 jun 2020

Vorige pagina