VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Nh1816 hoeft schade ketelbrand niet te vergoeden

Geplaatst op: 27-08-2019, 13:53:32

Verzekeraar Nh1816 heeft terecht geweigerd de schade van een zolderbrand te vergoeden, omdat er verboden kamerverhuur aan seizoensarbeiders plaatsvond in de getroffen woning. Dat de schadeoorzaak, een defecte printplaat in een combiketel, er niets mee te maken had, verandert daar niets aan. Dat oordeelt de rechtbank Noord-Holland.

Een huiseigenaar verhuurt sinds 2014 zijn eengezinswoning via een bemiddelaar die eigenaar is van een pluimveebedrijf. De pluimveeondernemer zocht voor zijn Hongaarse werknemer woonruimte. In het huurcontract neemt de woningbezitter op dat zonder voorafgaande schriftelijke toestemming onderhuur of medegebruik niet is toegestaan.

Kamerverhuur

Dat sluit aan bij de opstalverzekering die de eigenaar van de woning heeft bij Nh1816. Daarin staat dat geen rechten aan de polis kunnen worden ontleend als sprake is van “kamerverhuur, huisvesting van seizoenarbeiders of verhuur aan organisaties of personen die het woonhuis onderverhuren”.

Defecte printplaat

Eind 2016 woedt er in het huis een zolderbrand. Op dat moment is niemand thuis. De oorzaak wordt vastgesteld op een elektrisch defect of een technisch mankement in de printplaat van de combiketel. Bij het onderzoek komt ook naar voren dat er meerdere slaapplekken in verschillende afsluitbare kamers waren.

Hangsloten

Nh1816 weigert daarom schadevergoeding. Volgens de verzekeraar is er sprake van onderhuur aan seizoensarbeiders. Dat blijkt later ook uit getuigenverhoren bij de rechtbank Noord-Holland. Volgens de rechter wijzen kamerdeuren die alleen aan de buitenkant kunnen worden afgesloten met hangsloten op deze kamerverhuur.

Beroep op clausule

De eigenaar van de woning stelt vervolgens dat Nh1816 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep zou mogen doen op de onderhuurclausule. De brand is ontstaan door een defecte printplaat in de combiketel op zolder. Deze brandoorzaak heeft volgens hem niets te maken met de verboden kamerverhuur.

De rechter ontkracht dat argument. De clausule is een primaire dekkingsomschrijving en het stond NH1816 vrij om de grenzen te omschrijven waarbinnen de verzekeraar dekking wil verlenen. Dat de redenen waarom de verzekeraar kamerverhuur aan seizoensarbeiders niet wil verzekeren zich in dit geval niet voordoen, maakt nog niet dat Nh1816 geen beroep mag doen op die primaire dekkingsomschrijving.

Geen fraude

De rechtbank wijst de eis tot schadevergoeding daarom af. Nh1816 mag echter niet de opstalverzekering beëindigen. Volgens de verzekeraar was er sprake van fraude, maar dat is volgens de rechter niet bewezen. De woningeigenaar zegt niets van de onderhuur te hebben geweten. Dat de verzekeraar op goede gronden dekking heeft geweigerd, betekent niet zonder meer dat er sprake was van fraude, aldus de rechter.

Bron: bijdrage van Paul de Kuyper van 26 augustus 2019 op www.amweb.nl                            

Vorige pagina