VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

NIBC strenger voor spaaropa’s

Geplaatst op: 28-08-2019, 13:51:04

Het voorkomen van witwassen dwingt banken tot drastische maatregelen. Nadat Rabobank de deur voor voetbalclubs sloot, mogen grootouders nu bij NIBC niet meer direct geld storten op een spaarrekening van een kleinkind.

Een opa of oma die zo nu en dan wat geld stort op de spaarrekening van een kleinkind. „Heel normaal vanuit het oogpunt van een klant”, stelt ceo Paulus de Wilt van NIBC. „Alleen kunnen wij niet zien of oma daadwerkelijk oma is. De achternaam is bijvoorbeeld niet altijd hetzelfde. En zelfs dat zegt niet alles.”

Voetbalminnend Nederland viel een week geleden van zijn stoel van verbazing toen Rabobank bekendmaakte geen nieuwe profclubs meer als klant te willen en huidige voetbalklanten nog eens extra te gaan controleren. Sloeg de regelgeving voor strenge klantcontroles niet door?

De Wilt kan de redenatie van Rabobank best begrijpen. Zijn NIBC worstelt immers ook met de vraagstelling welke klanten en zelfs sectoren de Haagse zakenbank nog langer zaken wil doen. „Bij een rijke Rus of oliesjeik die een voetbalclub koopt is het vaak onmogelijk om de herkomst van het vermogen te achterhalen”, stelt hij. „Wij hadden laatst ook een klant die 2% van zijn bedrijf aan een Saoedische prinses verkocht. Wat doe je dan?”

En wat doe je dan?

De Wilt: „De voordeur, het storten vanaf een derde rekening, is nu gesloten. Een spaarrekening van NIBC is gekoppeld aan een rekening bij een andere bank. Net als afschrijvingen, kunnen nu ook bijschrijvingen alleen nog via deze tegenrekening. Vanuit het oogpunt van de klant is dat soms best lastig. Maar ik kan niet controleren of al die bedragen kloppen. Wij moeten constant bijblijven. Je moet niet alleen terugkijken, maar ook vooruitkijken naar nieuwe wetgeving om te voorkomen dat je straks weer dingen moet repareren.”

Kunt u een voorbeeld noemen van aanstaande wetgeving waar u nu al mee bezig bent?

De Wilt: „Het openen van een spaarrekening. Voorheen leverde je een kopie van het paspoort en het was klaar. Dat is straks niet meer genoeg. We moeten vragen waarom de spaarrekening wordt geopend en hoe veel geld er op gestort gaat worden. Op die manier kunnen we de klant in een risicocategorie plaatsen. Hiervoor passen we de systemen nu al aan.”

NIBC is dit jaar het hele klantenbestand doorgelopen?

De Wilt: „We hebben gekeken naar klanten met leningen. Bijvoorbeeld om helder te krijgen wie nu de eigenaar van het bedrijf is. Bij een mkb’er is dat snel duidelijk. Wie het voor het zeggen heeft bij een internationale transactie met twee bv’s en zes aandeelhouders is dat niet. Dan moeten alle documenten op tafel. We hebben klanten ook gevraagd of hun situatie nog klopt. Ook om klanten duidelijk te maken dat zij ons óók moeten informeren als er wat veranderd. Jij moet de overheid ook wat laten weten als je gaat scheiden.”

Dat kan niet via de Kamer van Koophandel?

„Niet bij internationale klanten. Soms komt een klant ook zelf met een vraag. Wat vinden wij ervan als hij 20% van zijn aandelen aan een Rijke Rus verkoopt? Soms ziet de klant er vanaf als wij geen zaken met die persoon willen doen.”

Maar soms ook niet?

De Wilt: „Voor mij is het belangrijkste dat wij een weloverwogen besluit hebben genomen na een discussie over een specifiek geval. Er zijn bepaalde landen die wij crimineel vinden, maar officieel keurige landen zijn. Dat is een grijs gebied. Het slechtste wat er kan gebeuren is dat er niets in het dossier hierover zit. Je wilt kunnen terugkijken waarom we dat besluit ooit genomen hebben.”

Dat was vroeger niet zo?

De Wilt: „Een aflossingsvrije hypotheek vonden we tien jaar geleden geweldig. Nu kijken we er anders naar. Het gaat erom dat je die discussie voert. Wij doen bij NIBC hele normale dingen. Maar het kan altijd dat wat vandaag normaal, morgen heel anders is. Daarom moet je de argumenten waarom wel en niet nu goed opschrijven.”

Grijs gebied

Om te voorkomen dat de ene medewerker een klant uitsluit en de ander niet, heeft NIBC volgens financieel directeur Herman Dijkhuizen een speciale commissie ingesteld: „Hierin wordt inhoudelijk gediscussieerd over een afweging. Het is niet zo dat Pietje bepaalt en Pietje doet.”

De Wilt: „Zo gaat het ook met hypotheekklanten. Als iemand veel eigen geld meebrengt bij de koop van een woning dan is dat mooi. Maar kan dat wel van zijn of haar salaris? Ook als de klant zegt dat het een erfenis is moeten we dit controleren. We moeten er zeker van zijn dat het geen zwart geld is.”

Begrijpen klanten dit?

De Wilt: „De ene klant wel, een ander niet. We moeten uitleggen dat de normen verschuiven. Het is niet zo dat wij in het verleden iets fout deden, zoals je vaak in de media leest. De tijd verandert gewoon.”

Maar waar ligt de grens?

De Wit: „Die is er dus niet. Wat wel en niet mag is altijd duidelijk. Het tussensegment is lastig. Je moet daar ook zelf een afweging in maken. Dat met die stortingen op spaarrekeningen heeft De Nederlandsche Bank ons niet opgelegd, dat vonden we zelf nodig.”

Dijkhuizen: „De keerzijde is dat dit het voor klanten onzeker maakt. Maar als bank probeer je wel aan de veilige kant te zitten. Bij de bankierseed gaat het er bij ons vooral om hoe je met klanten omgaat. Hoe wil jij zelf behandeld worden? Als je iets niet kunt uitleggen; niet doen.”

De Wilt: „Ik neem de bankierseed elke twee weken persoonlijk met nieuwe medewerkers af. Het gaat niet om het theoretische deel, maar om het kijken in de spiegel. Letterlijk. Iedereen zet zijn handtekening op deze spiegel.”

Een bankiersspiegel?

„Die hangt bij de lift. Elke keer als je bij de lift staat zie je die spiegel met de boodschap: kijk jezelf in de ogen en doe gewoon normaal. Dat blijft bij ons belangrijk: waar zijn we nu mee bezig? De bankierseed moet geen formulier in een hr-dossier zijn.”

U verwees net naar artikelen over fouten uit het verleden bij banken. Is de berichtgeving te scherp?

De Wilt: „Ik geloof niet dat banken expres dingen fout doen. Er is wel een mismatch met wat de maatschappij verwacht en hoe snel je kunt leveren, aangevuld met incidenten die worden genomen om de hele boel dicht te zetten. Ik durf met mijn hart op mijn hart te beweren dat er niets verkeerds zat bij de stortingen van alle opa’s en oma’s op een spaarrekening bij ons gestort. Maar uitsluiten kan ik het niet.”

Dijkhuizen: „Je gaat nu krijgen dat de goeden gaan leiden onder de kwaden. Als consument denk ik soms ook wel eens ‘Jeetjemina!’. Daarom moet je klanten behandelen zoals je zelf ook behandeld wilt worden.”

En dat is?

Dijkhuizen: „Als je elkaar netjes behandelt zoals het hoort, dan zit het goed. Wij kiezen nu voor meer strakke kaders. Daar klagen we niet over. Hier hebben wij als bank mee te dealen. Het hoort er bij. Wij proberen wel de dialoog aan te gaan, ook met toezichthouders. En ook dat doe je open en netjes.”

De Wilt: „Een klant moet soms echt zijn best doen om alle informatie aan te leveren. Daarom is het belangrijk de klant uit te leggen dat het niet alleen van ons en toezichthouders moet, maar dat de klant zelf ook moet willen weten waar zijn geld vandaan komt. We sturen klanten achteraf ook een brief om ze te bedanken. Met een reep chocolade erbij.”

Bron: bijdrage van Ruben Eg van 28 augustus 2019 op www.dft.nl

Vorige pagina