VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Prijs stijgt harder dan loon: 7 vragen

Geplaatst op: 05-04-2019, 15:56:44

De prijzen stijgen harder dan de lonen. Dat is slecht nieuws voor werkenden én gepensioneerden. Komt de koopkracht in gevaar?

De prijzen zijn in maart van dit jaar gestegen met 2,8 procent, zo maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)bekend. De cao-lonen namen in diezelfde maand met 2,2 procent toe.

Hoe komt het dat de prijzen zo hard stijgen?

Dit jaar is de algehele prijsstijging, de inflatie, uitzonderlijk hoog. Dat komt doordat het kabinet het lage btw-tarief heeft verhoogd van 6 naar 9 procent. En doordat de energierekening dit jaar aanzienlijk hoger is. Dat tikt flink door in dit inflatiecijfer.

Het is dus geen verrassing?

Dat de prijzen flink stijgen is geen verrassing. Maar de hoogte van de inflatie is dat wel. De btw-stijging is ingevoerd per 1 januari. Uit eerdere gevallen is bekend dat winkeliers en andere ondernemers die btw-stijging volledig doorvertalen in hogere prijzen. Alleen doen ze dat niet direct. In januari viel de inflatie daarom mee. Maar iedere maand pakt de algehele prijsstijging hoger uit.

Waar zit de grootste pijn?

De harder gestegen inflatie is vooral toe te schrijven aan de prijs van voedingsmiddelen, van gewone boodschappen dus. Die vallen grotendeels onder het lage btw-tarief dat door het kabinet is opgeschroefd. Voedingswaren stegen in maart weer harder in prijs dan ze in februari al waren gestegen. Ook de benzineprijzen gingen omhoog, maar een gemiddelde consument geeft daaraan minder uit dan aan dagelijkse boodschappen. De energienota is ook een factor van belang, maar die was in maart niet hoger dan in februari, dus dat speelt voor nu geen specifieke rol.

Komt de koopkracht nu in gevaar?

Dat is nog niet zeker. Maar het ziet er niet goed uit. Het CBS maakte namelijk tegelijkertijd bekend dat de cao-lonen maar met 2,2 procent zijn gestegen. De loonstijging compenseert dus niet de inflatie. Dat effect is al ingezet in januari en tot nu toe wordt het verschil tussen lonen en prijzen iedere maand een beetje groter.

Wat had het kabinet voorspeld?

Het kabinet baseert zich op ramingen van het Centraal Planbureau. Die rekende op 2,3 procent prijsstijging en 2,7 procent loonstijging. Dat pakt tot nu toe dus precies andersom uit. In juni komen de rekenmeesters weer met nieuwe voorspellingen, dan zullen de CBS-cijfers worden meegenomen. Dan moet blijken of deze trend zich heeft doorgezet en of de koopkrachtvoorspelling van gemiddeld plus 1,5 procent wordt bijgesteld. Een andere factor voor de koopkracht is de verlaging van de inkomstenbelasting. Die is gewoon doorgevoerd per 1 januari.

Kunnen de lonen nog verder aantrekken?

Dat zou je wel verwachten nu er zoveel vraag is naar werknemers. Maar bij de huidige krapte hadden economen allang een steviger loonimpuls verwacht. Nieuwe cao’s laten soms loonstijgingen van 3 procent zien. Maar of alle cao-afspraken bij elkaar in de buurt komen van de ramingen van de koopkrachtplaatjes is zeer de vraag.

Wat betekent dit voor gepensioneerden?

Veel gepensioneerden krijgen geen indexatie van hun aanvullende pensioen. Hoe harder de prijzen stijgen, hoe meer de koopkracht van dat pensioen achteruit gaat. De AOW is wel welvaartsvast. Die stijgt twee keer per jaar mee met de gemiddelde lonen. Maar als de lonen achterblijven en de prijzen harder stijgen is dat dus ook nadelig voor mensen met AOW.

Bron: column van Mart Visser van 4 april 2019 op www.dft.nl

Vorige pagina