VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Vaststelling pensioengevend loon in 2016

Geplaatst op: 07-09-2016, 14:55:33

De Belastingdienst heeft voor 2016 een ander standpunt ingenomen over de definitie van het gebruikelijk loon van een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Hierdoor is verwarring ontstaan over het loon van DGA’s dat bepalend is voor de inschaling in de SPMS-regeling. Dit speelt voor DGA’s die de premie vanuit privé betalen of van wie de aftrek via de loonbelasting plaatsvindt.

SPMS heeft een eigen norm wat betreft het pensioengevend loon. Een andere door de Belastingdienst voorgeschreven systematiek leidt dus niet tot een andere inschaling in de SPMS-regeling. We lichten toe wat het verschil is tussen de situatie van 2015 en 2016.

Situatie 2015

Voor de pensioenregeling is het brutoloon bepalend , inclusief de vaste toeslagen en exclusief de fiscale bijtelling in verband met een door de werkgever beschikbaar gestelde auto. In de meeste gevallen leidt dit tot een grondslag voor de pensioenregeling van € 120.000*. Dit bedrag vloeit voort uit de standaard-vaststellingsovereenkomst gebruikelijk loon die door de Belastingdienst was opgesteld. Bij dat inkomen werd de DGA ingeschaald in de hoogste trapcode (volledige pensioenopbouw). De grens naar de hoogste inschaling lag bij SPMS immers op € 117.000 (in 2016: 119.280)

Bij deze inschaling passen nog enkele kanttekeningen:

  • de vaststelling van de hoogte van het vergelijkingsloon en de doelmatigheidsmarge is  een zaak van de Belastingdienst;
  • het brutoloon van € 120.000 geldt als een minimumgrens. Het kan lager zijn als er sprake is van bijvoorbeeld een beginnend medisch specialist of indien er in deeltijd wordt gewerkt;
  • het maakt niet uit of de DGA de premie in privé als negatief loon aftrekt, dan wel dat de aftrek rechtstreeks geschiedt via het loon van de DGA in de loonbelasting. De gekozen constructie heeft dus geen invloed op de inschaling.

* Het gebruikelijk loon van € 120.000 werd gevonden door als uitgangspunt het zogenaamde vergelijkingsloon te nemen. Dit is het loon van een 'gewone' werknemer met een meest vergelijkbare dienstbetrekking. Voor de medisch specialist wordt hierbij uitgegaan van de hoogste trede (6) van de salaristabel van de CAO voor medisch specialisten in loondienst, plus een aantal toeslagen. Dit loon is door de Belastingdienst vastgesteld op € 160.000. Vervolgens wordt daarop een doelmatigheidsmarge van 25% toegepast, waardoor het brutoloon uitkomt op 75% van € 160.000 = € 120.000. Dit is het bedrag dat de DGA zichzelf minimaal aan loon moet uitkeren bij een fulltime dienstverband.

Situatie 2016

Onlangs heeft de belastingdienst SPMS geïnformeerd over haar berekeningswijze van het gebruikelijk loon. Met deze aanpassing wil de Belastingdienst de uitkomst van aftrek via de BV en in privé gelijk trekken. Hoewel de nieuwe wijze nog niet gepubliceerd is, heeft de Belastingdienst deze nieuwe berekeningswijze al wel aan SPMS bevestigd. De nieuwe berekeningswijze leidt tot een aanzienlijk hoger gebruikelijk loon.

In deze systematiek moet het vergelijkingsloon eerst worden verhoogd met de pensioenpremie, waarop vervolgens de doelmatigheidsmarge wordt toegepast. Uitgaande van een pensioenpremie van afgerond € 30.000, komt het gebruikelijk loon dan uit op: (€ 160.000 + € 30.000) = € 190.000 x 75% = € 142.500.

Pensioengevend loon

Ook voor 2016 geldt echter dat het standpunt dat de Belastingdienst inneemt over de hoogte van het gebruikelijk loon, los staat van het pensioengevend loon dat voor SPMS relevant is. Voor SPMS blijft in dit voorbeeld het bedrag van € 120.000 gelden voor de inschaling. Net als in 2015 wordt voor SPMS dus het vergelijkingsloon van € 160.000 niet opgehoogd met de pensioenpremie.

Aftrek premie

In het geval de BV de pensioenpremie aftrekt, is, net als in 2015, het brutoloon van € 120.000 relevant voor de inschaling. Als de premie wordt afgetrokken via het loon van de DGA in de loonbelasting geldt dat het brutoloon van € 120.000 bepalend blijft voor de inschaling. Het totaalbedrag aan brutoloon zal vermeld staan op uw loonstrook van december.

Conclusie

SPMS neemt bij de inschaling van de DGA in alle gevallen als uitgangspunt het brutoloon (in de voorbeelden € 120.000), overeenkomstig de wijze waarop het gebruikelijk loon in 2015 werd vastgesteld. Het bedrag is niet afhankelijk van de constructie die wordt gekozen (aftrek als negatief loon of in de loonbelasting).

Vermoedt u na deze toelichting dat een onjuist pensioengevend loon is toegepast (bv. omdat u niet bent uitgegaan van € 120.000, maar van een lager bedrag)? Neem dan contact met ons op.

Werknemers die geen DGA zijn

Ook voor deze werknemers is voor de inschaling het brutoloon bepalend, inclusief de vaste toeslagen en exclusief de fiscale bijtelling in verband met een door de werkgever beschikbaar gestelde auto. Deze deelnemers is onlangs bij hun opgave over 2015 gevraagd hun jaaropgaaf mee te sturen. In de praktijk is nu gebleken dat deze opgaaf niet in alle gevallen het brutoloon inclusief de pensioenpremie vermeldt. Dit  kan hebben geleid tot een lagere inschaling dan reglementair is aangewezen. Vermoedt u dat dit het geval is, neemt u dan contact met ons op.

Bron: www.spms.nl van 7 september 2016

Vorige pagina